Column: Over verboden woorden en zelfcensuur
Column: Over verboden woorden en zelfcensuur
Ik herinner mij hoe Praagse collega’s vertelden dat Gestalt literatuur verboden was in die tijd. Hoe met gevaar van gevangenneming Perls, Hefferline en Goodman heimelijk werd bestudeerd en bediscussieerd op zolderkamertjes en in kelders. PHG ademde een bevrijdingsbeweging waar zij zo naar snakten. Het was voor hen een zéér emotionele ervaring om met 500 collega’s in vrijheid te discussiëren. Op een plek waar 13 jaar eerder nog zware Sovjet repressie heerste.
Wie had gedacht dat woorden als inclusie, sociale ongelijkheid, diversiteit, gender, activisme, identiteit, sociale rechtvaardigheid en vele andere ooit verboden zouden worden in de democratische VS? Het gebruik ervan door overheidsmedewerkers of publieke organisaties, waaronder universiteiten, kan leiden tot ontslag of intrekking van subsidies. Dat gebeurt nu al veelvuldig. Als reactie hierop halen scholen al boeken weg uit hun bibliotheken. Woorden die je in menig Gestalt boek of artikel aantreft. Het zijn niet slechts woorden uit de menswetenschappen. Ze hebben óók een politieke betekenis. Of, onder het huidige autocratische beleid van Trump, een niéuwe politieke betekenis gekregen.
Woorden, zegt Ernst Knijff in zijn zeer lezenswaardige boek ‘Wat zeggen wij eigenlijk?’, mogen we niet als vanzelfsprekend beschouwen. Ze krijgen betekenis in een specifieke context. Zoals de oorlog in Oekraïne door Poetin geen oorlog genoemd mag worden. Maar ‘speciale militaire operatie’. En juist die politieke context is momenteel wereldwijd, en niet in de laatste plaats, in het Vrije en democratische Westen pijnlijk ingrijpend aan verandering onderhevig.
‘Hoe gaat het met je?’……………..’in deze woelige wereld’ voeg ik eraan toe als een cliënt tegenover mij zit. Na een lange stilte zegt ze aarzelend: ‘Ik zou er zelf niet over begonnen zijn. Ik zou geneigd zijn te zeggen dat het beter met mij gaat. Maar nu je het zó vraagt, ik voel mij angstig. Ik durf niet het gesprek aan in mijn intieme kring. Over de pijn die ik ervaar rond de oorlog in Gaza of Oekraïne, het klimaat, de vluchtelingen. En zeker niet over politiek. Alles is zo verdeeld. Ik weeg mijn woorden. Alsof ik mijzelf censureer. Vroeger ben ik als kind vaak buitengesloten. Ik weet hoe het is, hoe het voelt. Ik vermijd deze gesprekken uit angst opnieuw buitengesloten te worden’. Het persoonlijke verstrengeld met sociaal-politieke invloeden.
Zelfcensuur is misschien minstens zo ingrijpend als woorden verboden door een overheid. Dat laatste zal in Nederland en België zo’n vaart niet lopen, hoor ik mensen zeggen. Dat dachten ze in de Verenigde Staten enkele maanden geleden ook. Zie waar we nú zijn. Dezelfde onderdrukkende krachten zijn ook bij ons werkzaam. Zelfcensuur is daarvan het gevolg.
Als je een woord niet mag gebruiken, bestaat de situatie die het beschrijft ook niet. Een typisch voorbeeld van onderdrukking. Ja, en dat woord ‘onderdrukking’ mag volgens de Trump-lijst ook niet gebruikt worden. En als onderdrukking niet bestaat, valt er ook niets te bevrijden. En daarmee behoort het boek van Ernst Knijff met de ondertitel ‘Bevrijdende taal in therapeutische relaties’ tot verboden literatuur in de VS. Een aanbeveling om het nú te lezen. Nu het nog kan.
Guus Klaren