Het Duitse woord ‘gestalt’ kan teruggevoerd worden op een Indo-Germaans grondwoord en is niet eenvoudig te vertalen.
Een algemene definitie van Daan van Praag (oprichter van de NVAGT) luidt:
Een algemene definitie van Daan van Praag (oprichter van de NVAGT) luidt:
‘Een gestalt is een element dat bepaalde kwaliteiten heeft, die onderling kunnen samenhangen en dat zich onderscheidt ten opzichte van een min of meer diffuse achtergrond’
Kortweg: Een gestalt is een geheel tegen een bepaalde achtergrond. Dat maakt het begrip ‘gestalt’ een relationeel begrip, want het is maar te omschrijven in relatie tot een bepaalde omgeving.
Inhoudelijk gezien kan het begrip ‘gestalt’ op vele manieren worden begrepen:
Wat overeenkomt is de relatie tussen voorgrond en achtergrond. Een gestalt is dus altijd twee aspecten tegelijk, met het accent op één van beide.
Denken, analyseren en intervenieren op basis van voor- en achtergrond is een van de kernelementen van de gestalttherapie of breder: de gestaltbenadering.
Het was Friedrich Salomon Perls (Fritz) die halverwege de vorige eeuw de gestaltbenadering vond. Hij was niet de uitvinder, hij vond dat wat er al was. Perls heeft ideeen van anderen uitgebreid verwerkt in de gestaltbenadering.
Deze Gestaltbenadering (waaronder de gestalttherapie) heeft haar belangrijkste bronnen in de veldtheorie (Lewin), de waarnemings-psychologie (Kölher), de fenomenologie (Merleau-Ponty) en de antropologie (Buber).
Friedrich Salomon Perls (Fritz)
Kurt Lewin
Martin Buber
Maurice Merleau-Ponty
Wolfgang Kölher